![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEi4nQoWxz3O-xWuYxwdlKe1eIkfrMGWm9r9pCJllHRCYnwX9x5N9l2k4QHxehg4l8QbzGBQX-hjmUCGDpIkx2mtijAjj2EfqnfHQPh_1tlXNXdSGEfncB2CV4U-08qT-7ePrnoWoHTX7pI/s320/gs+001.jpg)
Van18 aug tot 4 sept hebben we de Zanskarvallei doorkruist. Voorzien van goede stapschoenen werden we op sleeptouw genomen door Sherab (onze gids en kok voor drie weken) en achtervolgd door een karavaan van 7 pony's en muilezels, een ponyman en een hulpkok. Het volledige verslag van dag tot dag uitschrijven, duurt ons wat te lang, maar een kort relaas van de voorbije weken willen we julie niet ontnemen.
Toen we naar het vertrekpunt van onze trekking reden, hingen in de dorpjes grote kleurrijke welkomsspandoeken over de weg. Wat voelden we ons vereerd! Al weten we niet of die voor ons bestemd waren, dan wel voor de Dalai Lama...
De eerste dag stond er een rustige inloopwandeling van 4 u op het programma, maar de gids wist ons doodleuk te vertellen dat we omwille van de moessongevolgen zouden doorwandelen tot een volgende kampplaats. Meteen goed voor 7u stapplezier. Hij marcheerde er op los, en wij gingen er achteraan, en dat maakte dat wij die hele trip in 5 u aflegden! Ook de dagen nadien zou blijken dat we er een stevig stapritme op nahouden!
Dag 2 vond Steven een hoefijzer en deed het zichzelf cadeau. Zo had hij een vervanging voor zijn mozaieksleutelhanger die de busreis van Keylong naar Manali niet had overleefd. Surrogaat. Kan niet tippen aan de originele geluksbrenger, maar is ook leuk. En grappig is dat enkele dagen later onze gids ook een hoefijzertje op zijn rugzak bond!
We zijn regelmatig kuddes paardjes tegengekomen die vanuit de andere richting terugkeerden van een kale reis. Dor het slechte weer in Leh hebben veel groepen hun trektocht blijkbaar afgelast. Geen inkomen voor de paardenmannen...
Net nu wij in Keylong begonnen waren om purificatietabletjes te gebruiken, om de plastic-flessen-berg niet te zeer te laten aangroeien, overhandigt onze fourier ons elke morgen een litertje fleswater... Maar onze drinkflessen worden daarnaast op onze vraag ook elke avond gevuld met gekookt (beek)water. Vandaag zouden we elk minstens een viertal liter vocht moeten absorberen. We zitten immers boven de 4000m (en de vuistregel is 1 l per 1000m) en we gaan de Shingo-La over (pas van 5100m). Thee, koffie, bouillon, soep, fruitsap en water a volente dus. En ook pap, toast, ei en konfituur, om de dag god te beginnen en er sterk op te staan.
dialoogje onderweg:
-Are you from Germany?
- No
-Where are you from?
-From Belgium
-Wich part of Belgium?
-The Flemish part
-Ah, wij ook!
(Het bleken mannen van de Kempem te zijn...)
Gestadig op en af gestapt doorheen brede valleien, omzoomd door heel wisselende rotsflanken, qua kleuren, qua steilte, qua vorm, qua gesteente, qua begroeiing... van canyonbergen, over zachte begroeide flanken, tot terrasvelden.
We werden uitgenodigd om eem trditioneel Ladhaki-huisjein een authentiek bergdorpje te bezoeken, bij de schoonzus van onze gids. We klommen de stenen treden van de buitentrap omhoog en kwamen binnen via de bovernruimte (stokkeerpaats), daalden dan een donkere trap af en namen plaats op de tapijten in de leefkeuken. Traditiegtrouw kregen we meteen rijstbier voorgeschoteld, met zampa (een soort meel van geroosterd graan). Vervolgens masalathee met koekjes, en daarna zoute boterthee. Onze gids bereidde ons ,onder goedkeurend oog van zijn schoonzus, churpay (een mix van boterthee, zampa, kaas en suiker) en liet ons churkir proeven (droge kaasbolletjes aan een ketting geregen). Van een sneukeltocht gesproken!
Dag 6 brachten we een bezoek aan het klooster van Pukthal, dat we bereikten na een wandeling door een immense kloof, en dat gelegen is als een arendsnest hoog tegen de rotsen. (Dank aan Elke om Greet te overtuigen dat we het moesten gezien hebben.) De monniken waren op bischoling, dus kregen we een rondleiding van een exentrieke Duitse boedhist (11 maanden per jaar is hij poppenspeer, 1 maand trekt hi zih terug in het klooster). Het complex van de 14de eeuw bevat 3 tempeltjes en talloze op lkaar gestapelde lemen huisjes. We kregen indrukwekkende eeuwenoude fresco's, thanka's, boeddhabeelden en houtsnijwerk te zien. Schrijnend was dat, naar boeddhistische gedachte over vergankelijkheid, deze kunstwerken niet degelijk worden geconserveerd of gerestaureerd, maar dat ze ze gewoon laten vervallen. Er waren al heel vee scheuren en plekken door waterschade. Zonde dat dit mooi zomaar verloren zal gaan... Volgns onze poppenspeler denken we te Europees...
Er wordt hier al jarenlang gewerkt aan een verbindingsweg tussen Darcha en Padum, em tussen Padum en Lamayuru. 2 lange saaie dagen stapten we over de stoffige jeepweg en het monotone asfalt...
Ongelooflijk dat gesteende zo verwrongen kan worden. (Lies, ik denk dat we fotomateriaal hebben voor je aardrijkskundelessen.) Horizontale, verticale, en diagonale lijnen, da's te begrijpen, maar voor parabolide lijnen die her en der opduiken, is ons verstand te klein. Vier uur gestapt vadaag. Het was bleodheet, er was geen spiertje wind, geen wolkje. Afzien...
Rivierkeien in de droge bedding af en toe vervloekt tijdens het stappen, maar er 's avonds fijn petanque mee gespeeld...
A nice way to start the day: volgepropt met een zwaar ontbijt (havermoutpap, kaasomelet en twee parantha's) kregen we meten een lange heling voorgeschoteld. Onze benen draaiden echt vierkant en de energie ging naar onze maag ipv naar onze benen. Langzaam maar zeker raakten de rulementen gesmeerd en stegen we stap voor stap in de richting van e Hanuma-La. Na etteljke keren van oever te zijn gewisseld, maakte de kloof waarin we aanvankelijk stapten plaats voor een ietwat surrealistisch landschap: bergen van gele leisteen en -schilfers (het leken wel duinen) temidden waarvan een zwarte rivierbedding zijn weg zocht. Eenzame sneeuw en een dood wit paard maakten het plaatje compleet. Hier haald Dali ongetwijfeld zijn inspiratie.
Na 4 uren stijgen, bereikten we eindelijk de pas. Onze monden vielen open van verbazing toen we zagen welke immense vallei, bergen en rotsen zich voor onze ogen ontrolden. Niet te vatten veelhid aan bergen, toppen, kleuren, vormen, lijnen.
In het uur dat volgde werd alle moeite van d ochtend plots teniet gedaan: 1000m (hoogteverschil)naar beneden. Al is afdalen zo mogelijk nog lastiger dan stijgen.
Fotografiefrustraties steken regelmatig de kop op: " Het kan er niet op", "Dat zal niks geven op foto", "De zon zit verkeerd", Als ik wil trekken, stopt hij/zij met lachen", "Ge gaat die dipete kwijt zijn", Het licht is te fel", "Het is te donker", "Ge gaat die kleuren niet zien",...
Het doet deugd om 's morgens met volle maag naar beneden te mogen stappen. Bij wijze van opwarming dalen we af tot Lingshed, een verrassend groot dorp dat ligt uitgespreid tussen de bergen en heuvels, met groene en geelkleurige veldjes en hier en daar een huisje. Lieflijk. Inzoomen op een fragment ervan, en je zou je in Toscane of Umbrie wanen. We klommen vervolgens langsheen het klosster, dat bestaat uit opeengestapede huisjes tegen een bergwand, en dan verder angs een heuse schaduwrijke wilgenlaan, vorbij de stupa's tot aan de voet van de Skiumpatta-La. Daar werd de chronometer ingedrukt en de klimtijdrit kon beginnen. 1 u gemiddeld is een mooi tijd. Steven en de gids klopten af op 45 minuten, en Greet bereikte de vlaggetjes 3 minuten later. Gezien deze mooie prestaties gebeurde de foto-en filmreportage met big smile ;-)
Dag 15 was de koninginnerit: klim naar en over de Sengge-La (Leeuwen-pas): met 5200m de hoogste van de trekking. De klim naar te top via een padje met ontelbare haarspeldbochten viel onverwacht goed mee, en ook het weer was ons goedgezind, wat maakte dat we een supermoi 360graden uitzicht hadden. We zijn meer dan een uur boven gebleven, hebben er onze gebedsvlaggetjes opgehangen die nu vrolijk wapperen in de wind, en een steentje bijgedragen met onze namen, en die van onze nichtjes en neefjes.
We worden meer en meer geconfronteerd met de gevolgen van de hevige regen van begin augustus. In Photoskar waren er duideljke stromen zichtbaar van modder en stenen die de hellingen waren afgelopen, akkers hadden bedolven en enkele huizen doen verdwijnen. een bejaard koppe had heel vee geluk geha: de steenmassa lag tot op amper 2 meter van hun huisje!
Over de Sirsir-a lazen we een plotse verbazing op het gezicht van onze gids. De reden was al snel duidelijk: de brug was verdwenen. Volledig vernield en weggespoeld. Hij fronste zijn voorhoofd en ging op zoek naar een doorwaadbare plaats. We ritsen onze broeken af, trokken onze schoenen uit, en kregen 1 voor 1 zijn sandalen aan onze voeten. We gaven hem een stevige hand en stapten moedig het snelstromende rivierwater in dat haast tot ons middel reikte. Dankzij de adrenaline voelden we de pijn van het ijskoude water niet...
De laatste avond van de trek kregen we een (licht verwachte) verrassing voorgeschoteld: Onze ploeg had het gearrageerd dat we in een heuse Ladakhiwoonkamer mochten dineren (met zitkussens langs de muur en fraai uitgesneden houten tafeltjes) en de gids had een chocoladecake gemaakt met onze namen erop geschreven. Tot zover het feest hoor, want het zijn echt weinig spraakzame mensen. Steeds enthousiast, vriendelijk en behulpzaam, maar hun Engels schiet tekort om er de avond mee door te brengen...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten