maandag 27 december 2010

Geen dos cervecas, maar tres volcanes por favor


Voor de kerstdagen trokken we ons terug in Ensenada, een klein dorpje aan de oever van het Lago Llanquihue, in werkelijkheid eigenlijk niets meer dan een verzameling hotels en restaurants langs de Ruta 225, chalets zoals in de oostkantons maar met een vervallen aanblik. De reden waarom we dit oord als kerstbestemming kozen? Uitzicht op een meer en 3 vulkanen die het dorpje omringen. Helaas bleven ze meestal in de wolken gehuld...

Hoe je het ook draait of keert, Kerstmis betekent cadeaus en lekker eten. Voor cadeaus is er in onze rugzak al lang geen plaats meer. En onze Bourgondische smaakpapillen hebben al maanden van ontbering moeten doorstaan. Dus leek ons het moment gekomen om onszelf eens lekker eten cadeau te doen. De scampi's in de supermarkt hoefden ons echt niet lang aan te kijken om te zijn verkocht...
Aldus verscheen op het menu: tortillas con guacamole a la flamenco, salchichones al diablo, camerones con crema de tomates, pastel de la casa, chocolate con amigdalas y cafe. Een heus 5-gangenmenu, op tafel getoverd door het betere improvisatiewerk. Want eigenlijk aten we Doritos met zelfgemaakte dip van advocado, tomaat en ajuin, gaven we schijfjes zwanworst een krokant korstje en dipten ze vervolgens in pikante ketchup, bakten we groot uitgevallen garnalen en blusten de pan met room en tomatenpuree, leerden we de dame des huizes guacamole kennen en kregen als beloning een stuk van haar frambozentaart. Een tas oploskoffie en een stukje chocolade met amandelvulling vulden de laatste gaatjes... Culinaire hoogstand of niet, het heeft ons echt gesmaakt!

Op kerstdag trokken we onze wandelschoenen aan voor de camino solitario, een wandeling die ons leidde door dicht begroeid tropisch woud, langs schrale korstmosbomen en over een steenrivier die alles op zijn pad leek te hebben verwoest. De saltos zijn wildwaterrivieren die met een enorme kracht en gebruis door nauwe kloven moeten passeren, waardoor het glasheldere water metershoog bruist en in azuurblauwe diepten valt tussen de zwarte lavasteenrotsen. 's Avonds lieten we ons door de señora verwennen: een kerstdiner met zalm en forel uit het plaatselijke meer. Onverwacht kregen we die avond ook nog een kerstcadeau: Osorno, Calbuco en Puntiagudo, de 3 vulkanen die de voorbije dagen steeds in de wolken gehuld bleven, pronkten boven het meer in de gouden gloed van zonsondergang.

vrijdag 24 december 2010

Zomerse kerstgroetjes!


Fotoreportage: vulkaan of maan?

Elke gram telt


We stonden voor ons debuut om, na 5 maanden, eindelijk voor het eerst volledig zelfvoorzienend en op ons eigen aangewezen een trektocht te ondernemen. Voor de voorbije trekkings deden we beroep op een gids/kok, deden het in gezelschap van andere trekkers, of er waren voldoende eet- en slaapgelegenheden onderweg. Nu stonden we er dus alleen voor.

Stap 1: het vinden van een gasbonbonnetje voor ons kookvuurtje. Alleen dat al was een heus karwei. In Osorno nam het ons verschillende uren en bezochten we verschillende kook-, ijzer- en doe-het-zelfwinkels alvorens we het juiste materiaal vonden.
Stap 2: voedselvoorraad. Chili is gelukkig veel westerser dan Peru en Bolivië en dus stapten we een gigantische supermarkt binnen (20 kassa's!!). Koekjes, rozijnen, chocolade, pinda's, groenten, fruit, pasta, noedels, brood,... verdwenen in ons boodschappenmandje. We zouden niet van honger omkomen.
Stap 3: alles in de rugzak duwen. Onze verzamelde voedselvoorraad voor 4 à 5 dagen leek genoeg om een gans dorp te bevoorraden. Aangezien elke gram telt als je zelf de rugzak moet dragen, moesten we zoveel mogelijk overtollig gewicht in het hotel proberen achter te laten. Sandalen, reisgids, reservebroek, reserveonderbroek, kousen, getten, regenbroeken,... Aan onze getten en regenbroeken zouden we nog wel eens met heimwee terugdenken.

Plaats van het gebeuren was het merengebied in Midden-Chili: een mooie regio met idyllische alpenweiden, bossen en meren. Omdat we dat dichter bij huis ook kunnen bewonderen, kozen we voor een iets meer atypisch gebied: de regio rond de Puyehue vulkaan. Het landschap en het meer zorgden voor voldoende variatie om ons niet te vervelen. Hoewel, niet vervelen? Na een dag steil klimmen vanaf het meer door een prachtig bos, werden we in de refugio gegijzeld door regen en mist. Het was een lange dag om te vullen met lezen, kaarten, koken, en vooral het aan de gang houden van het vuur in de stoof met versgesprokkeld - en dus vochtig - hout. Gelukkig had de vulkaan 's anderendaags veel meer te bieden. De sneeuw van een paar dagen geleden droeg daar alleen maar toe bij. Hoewel we op nog geen hoogte van 2000 meter waren, waren we al boven de boomgrens. Het was een kale omgeving. Eerst nog wat steppegras en heidestruikjes, en dan niets meer. Een woestijn van versteende lava en puimsteen, in bruin, zwart, oker en grijs, en zelfs oranje, rood en paars, slechts doorbroken door witte sneeuwvelden, alsof de vulkaan gehuld was in een gigantisch tijgervel. Het enorme kratermeer bleek volledig ondergesneeuwd. De vulkaan gaf maar een doodse indruk.
Vele stapuren later leek hij toch teken van leven te geven: her en der ontsnapten rookwolken vanaf zijn flanken en beneden in de vallei borrelde heet water op. De grauwe tinten hadden plaats gemaakt voor fris groen, giftig oranje, fluo geel, fel blauw en vurig rood. Her en der lagen zwarte glazige stenen als was het gepolijst gesteente, het leken wel grote stukken smalti. Hoewel elke gram telt, konden we het niet laten er een paar in onze rugzak te steken...

vrijdag 17 december 2010

Fotoreportage: zout, zand en zon

zon, zout en zand zien


Na de Himalaya wilden we de Andes bereizen, maar we zijn precies verdwaald. De landschappen in de grensstreek tussen Chili en Bolivië lijken wel uit een andere wereld te komen. Het gebied is zo uitgestrekt en desolaat dat het jammer genoeg haast onmogelijk is om er op eigen houtje door te reizen. Onze enige optie was een jeeptour. De uitvalsbasis daarvoor is Uyuni. Hoewel Zuid-Lipez een van de mooiste streken ter wereld is, is Uyuni zelf een stoffig nest dat omringd is door een massa plastiekzakjes die blijven wapperen in de dorre struiken. Niet zo fraai!

Net zoals eerder in Ausangate en La Paz blijft er van de mooie woorden van het reisbureau niet veel over, eens je hebt betaald. De beloofde copieuze maaltijden vielen een beetje karig uit en de functie van chauffeur, kok en gids werden samengebald in 1 persoon, die natuurlijk nagenoeg alleen chauffeurscapaciteiten blijkt te hebben. Maar dat doet hij dan wel met verve, hij racet door het zand en over de stenen als was hij aan het trainen voor de komende editie van Parijs-Dakar, die binnenkort hier vlakbij van start gaat. What's in a name? Hoe meer cocabladeren hij kauwde, hoe dieper hij het gaspedaal indrukte.

Gedurende 3 dagen doorkruisten we de meest maffe landschappen: een immense witte zoutvlakte zo groot als 1/3 van België met daarin eilandjes met metershoge cactussen en een horizon waarin de bergen wel lijken te zweven, vulkanen in de meest prachtige kleurencombinaties, geisers die met een oorverdovend geluid stoom aflaten, kokende modderpoelen, meren die naargelang de mineralen wit, turkooisgroen of bloedrood kleuren en waarin massa's witte en roze flamingo's hun dagelijkse portie plankton verorberen, woestijnen met grillige rotsblokken die uit een schilderij van Dali lijken geplukt,...

We keken onze ogen uit, maar vonden het jammer dat al die landschappen ons zo snel passeerden vanachter het raampje van de jeep en dat er eigenlijk te weinig tijd was om er ten volle van te genieten. We aarzelden dan ook geen moment, huurden een mountainbike, en trokken 2 dagen na elkaar de Atacamawoestijn in, de droogste ter wereld. We zochten onze weg door een maanlandschap van rotsen en zand en doorheen nauwe kloven. Net zoals van dagenlang in een jeep zitten, krijg je er stijven benen en een zere kont van, maar landschappen op deze intensieve manier verkennen en beleven geeft ons echt wel meer voldoening...

zondag 5 december 2010

Fotoreportage: Sneeuwplezier

De 2de 6000-er is binnen!


Tijdens de voorbereiding, en tijdens onze reis zelf ook nog, ontstond er een lange lijst van bergen en vulkanen die we wel zouden willen beklimmen: Illimani, Illampu, Cordoriri, Lincancabur, Tupunga, Sajama, Parinacota, Cerro Tocco, Tupungato, Villarica, tot Aconcagua toe. Maar één konden we niet uit ons hoofd zetten: Huyana Potosi. In ons hostal ontmoetten we Miguël, een berggids met een jarenlange ervaring, en de beslissing was dan ook vlug gemaakt: Huana Potosi, here we come!


Het voordeel van La Paz is dat het al op een hoogte van bijna 4000 meter ligt. Een taxi bracht ons naar het base camp op 4700 meter. We waren bijna aan de voet van de gletsjer nog zonder een stap gezet te hebben! We kregen nog een korte initiatie in het gletsjerwandelen, met als hoogtepunt een verticale ijswand van zo'n 7 meter, die we, gewapend met 2 ijsbijlen, mochten proberen te beklimmen. We hadden elk onze specialiteit. Steven hakte zich gemakkelijk een weg naar boven. Bij Greet ging het iets moeizamer. Bij het dalen ging Greet met de meeste punten lopen. Steven zijn rappel ging rapper dan de bedoeling was.


Een korte maar stevige klim bracht ons naar het high camp op 5100 meter, waar we een lange dag en een korte nacht doorbrachten. Want om middernacht kropen we uit onze tent om de beklimming aan te vatten. Warm ingeduffeld stapten we de koude nacht in, in cordé met onze gids. Onder onze voeten glinsterden de ijskristallen in het licht van onze hoofdlampen. Boven onze hoofden fonkelden de sterren op hun mooist. Af en toe werden we bijgelicht door bliksemflitsen. Hier en daar zagen we nog groepjes lichtjes van andere klimmers. Sommigen ook op weg naar boven. Anderen staakten hun poging en waren alweer op weg naar beneden. Vanaf Campo Argentino (5500 meter) zagen we opeens La Paz. Het was onwezenlijk om in het holst van de nacht in het midden van een enorme gletsjer te staan en ver beneden ons de miljoenen lichtjes van de metropool te zien wemelen! Ondanks al deze lichtbronnen liepen we meer dan 4 uur in het pikkedonker. We zagen niet veel meer dan de sneeuw voor onze voeten. De ijswanden, gletsjerspleten en sneeuwformaties werden aan onze ogen ontnomen. Slechts af en toe vingen we er een glimp van op. We waren heel erg benieuwd naar hoe het er bij klaarlichte dag zou uitzien.


Bij dageraad vatten we de slotklim aan. Het was niet gemakkelijk om met stijgijzers over de rotsblokken op de bergkam te lopen. Maar moeilijk gaat ook. Lichtjes uitgeput, maar enorm voldaan, bereikten we de 6088-meterhoge sneeuwtop. Het uitzicht was grandioos. We hadden zicht op het Titicaca-meer in de verte en de bergen van de Cordillera Real. De zon scheen, maar de wind woei, en bij een temperatuur van -9 is picknicken geen plezier. Steven werd tot kopman van het corde omgedoopt en zocht zo goed en zo kwaad als mogelijk terug een weg naar beneden. Nu pas was duidelijk langsheen welke hellingen en over welke (soms metersdiepe) kloven de gids ons afgelopen nacht had geleid... Nu pas was duidelijk in welk fantastisch en onmetelijk landschap van sneeuw en ijs we ons bevonden. Ongelooflijk toch dat we bovenop een witte massa van 300 meter dik stonden en moeilijk om te geloven dat die zo als vele gletsjers gedoemd is om te verdwijnen.