dinsdag 30 november 2010

Velo-droom


Of we nu in India, Nepal, Peru of Bolivië waren, telkens we in de bus zaten, en we reden bergop, mijmerde Steven: "dit is een leuk bergske...", "hier moet het mooi fietsen zijn...". 6 maanden zonder fiets blijkt duidelijk te lang te zijn. Een vage herinnering aan een wielerpiste in Bolivië, leidde dan ook tot een zoektocht op het internet. Er was weinig concrete informatie te vinden, maar wel de bevestiging dat er wel degelijk een is, in La Paz. En nog wel de hoogste ter wereld, op 3417 meter! Het wereldrecord op de kilometer werd hier in oktober 2001 gereden door Cofidis-renner Arnaud Tournart, met een tijd van 58,875 seconden. Net geen 60km/uur!!

Op de hoogste bergtop ter wereld zullen we wel nooit geraken, maar op de hoogste wielerpiste rondjes rijden leek ons ook echt wel wat. Klein detail: we hebben hier geen fiets, geen helm, geen uitrusting, zelfs geen schoenen. Een Boliviaan in de jeugdherberg verzekerde ons dat we alles wel ter plaatse konden huren.


We stapten dus in een taxi, op zoek naar de Alto Irpavi Velodromo. We wisten niet waaraan we ons moesten verwachten. Enerzijds hadden we het beeld van een verouderde infrastructuur. Een outdoor betonpiste van 1977!? In Bolivië!? Niet meteen het wielerland bij uitstek... Anderzijds werden hier wel wereldrecordpogingen ondernomen, in 2007 nog door Chris Hoy, én wereldrecords gereden.


Als de baan niet de moeite zou zijn, de taxirit op zich alvast wel, troostten we onszelf onderweg. La Paz is de hoogste hoofdstad ter wereld, verspreid op de bergflanken tussen 3200 en 4000 meter. Mooi om zien hoe feeërieke, cappadocische rostwanden de stad doorklieven.
Onze ergste vrees leek bewaarheid te worden: verouderd, vervallen en op het eerste zicht verlaten... Na enig speurwerk en enige aarzeling vonden we de ingang. Een oude man was bezig wat aan fietsen te sleutelen. Ja, we konden op de piste: Ja, we konden een fiets huren. Nee, hij had geen schoenen. En nee, hij had ook geen helm. Dat was niet nodig, als we ons niet te hoog op de piste zouden wagen. We konden kiezen uit 5 fietsen: 2 BMX'en, 2 kinder/damesfietsen en een koersfiets zonder voorwiel. Het was meteen duidelijk dat we niet hoog op de piste gingen geraken... We kozen voor de kinder/damesfiets, lieten de banden oppompen en het zadel een beetje hoger zetten. Nog een geluk dat we bananen en isostar meehadden om een beetje professioneel over te komen. Steven zijn Evervrienden-uitrusting had perfect gepast bij het blauwe fietsje, maar een short en sandalen pasten beter in het geheel.


We hadden de piste voor ons alleen. Een 1ste testrondje leerde ons dat er een slag in het achterwiel zat en de fiets wel was uitgerust met een triple versnellingsapparaat, maar dat de versnellingen op geen enkele manier konden verlegd worden wegens totale afweigheid van schakelaars. De 2de ronde leerde ons dat er wel een beetje snelheid kon gehaald worden, maar dat deze met zo'n klein verzetje (38x17) nooit lang kon volgehouden worden. Maar we gingen voluit,voor de fun en voor de foto. Of het nu aan de 4 maanden zonder training ligt, of het gebrekkig materiaal, of de hoogte, na een paar rondjes waren we buiten adem. Steven ziet dan ook het volgende wielerseizoen met bange ogen tegemoet...

donderdag 25 november 2010

Fotoreportage: na de Himalaya, nu de Andes


klik op de foto om de reportage te bekijken

Na de Himalaya, nu de Andes



Tijdens de verplaatsingen en het bezoek van de Inca sites genoten we in die mate van de omliggende bergen, dat we de drang niet konden weerstaan om ze van dichterbij te gaan bekijken en dus vertrokken we naar de Ausangate. Aanvankelijk hadden we het plan opgevat om de 6.384 meter hoge top te beklimmen. We keken er al naar uit om opnieuw de stijgijzers onder onze schoenen te binden en een nieuw persoonlijk hoogterecord te vestigen. Helaas is de beklimming te gevaarlijk deze tijd van het jaar en moesten we het stellen met een afgeslankt programma. Al bij al misschien nog maar best, want hoewel Greet volledig genezen is, kampt Steven nu met een keelontsteking.


Tinque is het vertrekpunt van deze 4-dagen durende trek, een typisch dorp op de Peruviaanse Altiplano. Op de zondagsmarkt zag het zwart van het volk. Nou ja, zwart? Iedereen gaat hier gekleed in de felste kleuren. De vrouwen dragen veellagige bolle knierokken, afgezoomd met een kleurrijke geweven of geborduurde band, felgekleurde gebreide kousen, een gehaakt gilet en een bizar hoofddeksel. We kunnen het niet beter omschrijven dan een rond dienblad waarover een bont tapijtje hangt, afgeboord met franjes. Geel, rood en groen zijn de meest favoriete kleuren. De mannen houden het soberder, maar ze houden duidelijk ook van kleur en franjes. Ze versieren hun cowboyhoeden met pompons, alsof de 'flosj' van de kermismolen aan hun hoed is blijven hangen.


De tocht loopt langs de noordelijke, oostelijke en westelijke zijde van de berg. We klimmen over groene, mossige, soms zompige heuvels, doorkruisen het territorium van de alpaca's, wandelen door een maf landschap van gele en groene bolle heuvels die geflankeerd zijn door bergen met grijs en rood steengruis, lopen over een lieflijk heuvelend plateau en dalen af naar een vallei waarin talrijke meertjes en plassen liggen uitgespreid. De Ausangate laat zich verschillende keren van zijn mooiste kant zien. Zijn flanken zijn echt imponerend. Steven slaagt erin om enkele mooie close-ups van de gletsjer te maken. En hij geniet in die mate van dat karwei, dat hij op zijn naamkaartje 'gletsjerfotograaf' wil laten drukken... Alhoewel 'vogelspotter' ook niet zou misstaan. Vallastas, kaki's, zwarte en bruine alcamari's, en een kleine arend passeren voor de lens van de camera. Moeilijker was het om een viscocha in het vizier te krijgen, een bizarre verschijning: het lijkt een groot konijn met een lange krulstaart.


Tijdens de trekking was het weer niet ideaal. We hadden wel een beetje zon, maar ook mist, regen en een hagelbui die voelde als speldenprikken in ons gezicht. De laatste dag, net voor de busrit terug, was er opnieuw zo'n immense hagelbui. In een mum van tijd was de straat bedekt met kleine witte knikkertjes. Maar daar trok de buschauffeur zich geen knijt van aan. Het duurde dan ook niet lang of de bus ging aan het slippen, begon te balanseren alsof hij niet kon beslissen al dan niet te kantelen, om dan uiteindelijk dwars over de rijbaan tot stilstand te komen. We kwamen er gelukkig met de schrik van af. Alweer een ervaring rijker...

donderdag 18 november 2010

Inca hier, Inca daar, Inca overal


Vorig jaar hadden we met de Alpamayo trekking en de beklimming van de Pisco (zie profielfoto) slechts een klein stukje van Peru gezien. Reeds dan hadden we het idee dat we ook wel eens het andere Peru wilden zien, het Peru dat iedereen kent, het Peru van de Inca's. Via Arequipa, de witte stad, bekend om zijn Santa Catalina klooster, kwamen we in Cuzco terecht, onze uitvalsbasis voor een ontdekkingstocht van de verloren Incabeschaving. Hoewel Cuzco duidelijk een koloniale stad is, met verschillende prachtige kathedralen en kerken, is de erfenis van de Inca's duidelijk zichtbaar in het straatbeeld. Vele huizen zijn gebouwd bovenop resten van wat eens Incahuizen waren en in het onderste deel van de muren zijn de originele stenen nog zichtbaar. Sommige hebben zelfs nog de typische trapeziumportieken.

Gedurende 4 dagen bezochten we in de Valle Sagrado tal van ruïnes: er waren restanten te zien van forten, tempels, huizen, baden, afwateringskanalen en terrasvelden. We verplaatsten ons te voet en met collectivo's, kleine busjes die constant op en af rijden maar pas vertrekken als ze vol zijn. Zo kwamen we in kleine dorpjes, waar de vrouwen nog in traditionele kledij rondlopen zonder met popjes, halskettingen, gebreide spullen en blokfluiten te leuren, en dit in tegenstelling met de grote stad...


Gek hoe de Inca's het zichzelf extra moeilijk maakten. Ze gebruikten namelijk stenen met de gekste vormen en hoeken, soms in zigzag, waarin dan andere stenen met al even gecompliceerde vormen moesten passen. Het is ons een raadsel, en niet alleen ons, maar ook de wetenschappers, hoe ze erin geslaagd zijn om dergelijke grote steenblokken uit te houwen en naadloos als puzzelstukken op elkaar te laten aansluiten.


We waren onder de indruk van deze immense bouwprestaties, maar als we dan in gedachten even de oceaan overstaken en de vergelijking maakten met de prachtige kathedralen die in onze contreien werden gebouwd in die tijd, of keken naar wat de Egyptenaren, Grieken en Romeinen zovele eeuwen daarvoor al presteerden, temperde dat toch een beetje ons ontzag :-)
Toch willen we hun spitsvondigheid niet onderschatten. In Moray hebben ze ingenieuze terrascomplexen aangelegd in de vorm van amphitheaters, tot 150 meter diep. Op de aldus bekomen concentrische cirkelvormige terassen werden op de verschillende niveaus verschillende temperaturen gecreëerd. Deze velden werden gebruikt om te experimenteren met groentensoorten en -rassen. Vandaar dat erin Peru honderden soorten aardappelen en maïs worden gekweekt.


Op elke site die we bezochten waren de opgravingen nog aan de gang. Wie weet wat er de komende jaren nog allemaal blootgelegd zal worden... Choquequirao bijvoorbeeld wordt nu al het 2de Machu Picchu genoemd, hoewel men vermoedt dat tot dusver slechts een 20% van de ruïnes is vrijgemaakt.


Het alombekende Machu Picchu gaat ten onder aan zijn eigen succes, met 450.000 bezoekers per jaar! Maar ons zal niks verweten kunnen worden, wij weigeren mee te draaien in deze mallemolen. De Inca-trail mag niet alleen worden afgelegd, je wordt verplicht met een reisbureau te werken, waarvan de tarieven alsmaar de hoogte ingaan. Buitenlanders mogen niet op de goedkope lokale treinen, maar worden verplicht te reiwen met de speciale trein van Peru-rail, die met zijn ongecontroleerde prijsstijgingen de toeristen leegmelkt als waren het vette melkkoeien. Voor het toegangskaartje voor de vindplaats zelf moet je steeds meer betalen. En ook eten, drinken en overnachten is er schandalig duur. Het lijkt wel Rock Werchter...



maandag 15 november 2010

kokeneten spelen


Aanvankelijk hadden we gepland om na een weekje rustig aan (New York, Islas Balleastas safari, Arequipa bezoek) een trekking te doen in een van de diepste canyons ter wereld: de Colca canyon of diens broer de Cotahuasi canyon. Maar doordat Greet sinds enkele weken wat verzwakt rondloopt door touristitis, schrapten we die wandeltocht van het programma en reisden we meteen door naar de volgende stad: Cuzco.

Citytrips voelen luxueus aan: hotelletje met uitzicht op de stad, wat kuieren door de straten, een terrasje doen, op restaurant gaan. Restaurantbezoeken zijn eigenlijk een verwennerij: voeten onder tafel schuiven en kiezen wat je wil eten. En er is hier keuze genoeg. ´s Morgens een heerlijke kom exotisch fruit met yoghurt en muesli (voor nog geen euro!), dagmenu´s voor een prikje met keuze uit kip, lomo (biefstukreepjes) of forel, versgeperste vruchtensappen van fruit naar keuze, en de toeristenrestaurants die pizza, spaghetti en andere Europese gerechten aanbieden. Maar voor elke maaltijd een geschikt plekje zoeken is ook vermoeiend. Te meer omdat Greets appetijt niet is wat die gewoonlijk is. Dus zijn we zelf beginnen kokerellen. We logeren in hostals die over een keukentje beschikken, doen inkopen bij de plaatselijke kruidenier of op de markt en improviseren simpele maar heerlijke maaltijdsoepen, bakken een eitje, bereiden een pasta, etc. En dat smaakt naar meer...

Het brengt wat huiselijke rust, een deugddoend gegeven als je al meer dan 3 maanden onderweg bent. Steeds van hier naar daar doortrekken, de vele busritten, het voortdurend in- en uitladen van de rugzak is op den duur ook vermoeiend. Dan is het eigenlijk wel fijn om eens meerdere dagen op 1 plekje te zijn. Na 3 maanden reizen zijn we toe aan een beetje vakantie :-)

woensdag 10 november 2010

Fotoreportage: Islas Balleastas

Op safari in Peru


Het Zuid-Amerikaanse deel van onze reis beginnen we in Peru. En het contrast met de voorbije 3 maanden kan niet groter zijn:

Gedaan met vitamine- en vleesarme diëten. Vanaf nu eten we mango, ananas, mandarijnen, bananen, en drinken we verse fruitsapjes van al dit lekkers! Vanaf nu, eindelijk na een jaar hunkeren, genieten we opnieuw van pisco sour, de plaatselijke cocktail, en van heerlijke vissoepen en lomo saltado. Met als ultieme uitschieter voorlopig de sandwich lomo a lo pobre: stukjes versgebakken biefstuk, omelet, gebakken banaan en ketchup. Klinkt degoutant, maar was heerlijk!

Gedaan met de gebedsvlaggetjes en de stupas, de gompas en de hindu- en boedhatempels. Vanaf nu zitten we tussen de metershoge kruisen, Jezus- en Mariabeelden en tientallen kloosters, kerken en kathedralen. Maar de kitsch is gebleven.

Gedaan met de bergen en de sneeuw. We zijn beland in Paracas, een kustdorpje aan de Stille Oceaan, omgeven door een enorme zandwoestijn. Vanuit het kleine haventje vertrekken bootjes naar de Islas Balleastas, de zogenaamde "Galapagos voor de armen". Deze rotseilanden herbergen gigantische vogelkolonies: pelikanen, aalscholvers, meeuwen, sternen, en hier en daar een Paracas condor. Maar ook pinguïns, dolfijnen, zeehonden en zeeleeuwen. Steven solliciteert voor een job als paparazzo en slaagt erin om in 2 uur tijd 300 foto's te nemen. Waarvan achteraf het merendeel mochten deleten...

fotoreportage: New York

dinsdag 9 november 2010

Big Apple


Een volgende tussenstop bracht ons naar New York. Destijds, bij het vastleggen van al onze vluchten leek ons dat wel een goed idee. Nu het zover was, zagen we er wat tegen op. Het herfstige weer en onze protesterende darmen en maag na onze eerste hamburger - waarschijnlijk waren we na 3 maand rijst en noedels zo'n massa vlees niet meer gewoon - maakte ons niet meteen vrolijker. Maar we maakten er het beste van en kregen New York in al zijn clichés te zien: de skyline van Manhattan met al zijn wolkenkrabbers, het vrijheidsbeeld, Wall Street met al zijn yuppies en fitnessclubs, de gele taxis, de fastfoodketens, de pretzel- en hotdogkraampjes op de hoek van de straat, de stoom die uit de riooldeksels ontsnapt, de verkeerslichten die hangen te wiegen in de wind, de melting pot van rassen en culturen, zwaarlijvigen in joggingbroeken, mantelpakjes met loopschoenen (en op regendagen ook kleurrijke gummylaarzen), donuts (met calorieaanduiding), muffins (yummie!), baseball caps, stars and stripes, Central Park, Times Square met zijn felle lichtreclame,...

donderdag 4 november 2010

Belgium

Het eerste deel van onze reis zit erop. Gedurende 3 maanden hebben we India en Nepal doorkruist. We hebben er geen idee van hoeveel kilometers en hoeveel uren we hebben gestapt, maar we zijn wel zeker dat elke meter en elke seconde de moeite waard was. Onderweg ontmoetten we een Kempenaar en die drukte het als volgt uit: "Je moet kunnen afzien om mooie dingen te zien".



Onderweg naar Zuid-Amerika maakten we een tussenstop in Belgie. Ideaal om de familie nog eens te ontmoeten en te zien hoe de neven en nichtjes intussen zijn gegroeid, om alles eens goed te wassen, om reisboeken te wisselen, om lekker te eten (spaghetti! Belgisch brood! Ovomaltine choco! witloof en veenbesjes! raclette!...).



Belgie door het oog van een buitenlander:
Belgie komt in het buitenland in de media met zijn pedofiele priesters en Kim Clijsters. Buitenlanders vragen zich af of Belgie nog bestaat, of er eigenlijk een burgeroorlog is.
Een Nepalees zou het toch zonde vinden mocht de monarchie, net zoals in Nepal, worden afgeschapt - hij kent natuurlijk Laurent en Philippe niet.
Een Tjechisch koppel raadde ons aan om aan hen een voorbeeld te nemen.
Indiers kennen Belgie voor zijn diamanten.
Nepalezen kennen Belgie voor zijn opvangcentra.
De meeste buitenlanders die in Belgie geweest zijn hebben Brugge bezocht.
Manneken Pis is de meest bekende Belg.
Een Koreaan was weg van het Atomium.
Een Nepalees was overweldigd door de Grote Markt in Brussel.